En Imam Muslim heeft overgeleverd op gezag van Abu Hurairah dat de Boodschapper van Allah zei:
"Weten jullie wat roddelen is?" Zij zeiden: "Allah en Zijn Boodschapper weten het het beste." Hij zei: "Het is dat je iets over je broeder zegt wat hem niet bevalt." Iemand vroeg: "Stel dat het waar is wat ik over mijn broeder gezegd heb?" Hij antwoordde: "Als het waar is wat je gezegd hebt, dan heb je over hem geroddeld en als het niet waar is, dan heb je hem belasterd." (Sahih Muslim)
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah dat de Boodschapper van Allah zei:
"Waarlijk, Allah houdt van drie dingen voor jullie en Hij verwerpt drie dingen voor jullie. Hij is tevreden met jullie dat jullie Hem aanbidden en niets met Hem vereenzelvigen (in aanbidding) en dat jullie je allemaal tezamen vasthouden aan het koord van Allah en niet uiteenvallen. En Hij verwerpt voor jullie qiela wa qaala (wat er gezegd is en wat hij zei, m.a.w. onzinnige praat), voortdurend vragen stellen en het verspillen van geld." (Sahih Muslim en zowel Al-Bukhaari als Muslim hebben een andere hadith overgeleverd die alleen de drie verworpen zaken noemt.)
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim en Imam Al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah zei:
"Voor het nageslacht van Adam is zijn onvermijdelijke aandeel van ontucht en er is geen ontkomen aan. De ontucht van het oog is de wellustige blik en de ontucht van de oren is het luisteren naar wellustig (gezang of gepraat) en de ontucht van de tong is losbandige spraak en de ontucht van de hand is de wellustige greep (omhelzing) en de ontucht van de benen is de wandeling (naar de plaats waar hij ontucht wil begaan) en het hart smacht en verlangt (naar ontucht) en de geslachtsdelen zetten dat om in werkelijkheid of weerhouden zich van het overgeven aan de verleiding."
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van 'Abd-Allah ibn 'Amr dat de Profeet gezegd heeft:
"Een moslim is iemand die het vermijdt om moslims met zijn tong en handen te schaden."
En in een andere overlevering van dezelfde hadith:
"Een man vroeg aan de Boodschapper van Allah : 'Wie onder de moslims is beter?' Hij antwoordde: 'Degene voor wiens hand en tong de moslims veilig zijn.'"
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari op gezag van Sahl ibn Sa'd dat de Boodschapper van Allah zei:
"Degene die (de eerbaarheid) kan garanderen van datgene wat zich tussen zijn twee kaakbeenderen bevindt (m.a.w. zijn tong) en datgene wat zich tussen zijn twee benen bevindt (m.a.w. zijn geslachtsdeel): ik garandeer het Paradijs voor hem."
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim en Imam al-Bukhaari op gezag van Abu Hurairah dat de Boodschapper van Allah zei:
"Laat degene die in Allah en de Laatste Dag gelooft, het goede zeggen of zwijgen."
Imam An-Nawawi heeft in zijn uitleg van 40 Hadith over deze hadith gezegd: "Ash-Shaafi'i zei:
'De betekenis van deze hadith is: wanneer iemand wil spreken, moet hij eerst nadenken. Als het hem duidelijk wordt dat er geen kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, dan kan hij spreken. Als hem echter duidelijk wordt dat er wel kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, of zelfs wanneer hij niet zeker weet of er wel of geen kwaad schuilt in wat hij wil gaan zeggen, dan zou hij niet moeten spreken.'" Er is ook overgeleverd dat hij zei: "Als jullie allemaal een vel papier zouden kopen om (alles wat je gezegd hebt) te noteren, dan zijn er veel dingen die jullie niet gezegd zouden hebben."
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah dat de Boodschapper van Allah zei:
"Waarlijk, een dienaar kan een woord spreken zonder zich te bedenken of het goed of slecht is en kan daardoor verder in het Hellevuur vallen dan de afstand tussen het oosten en het westen."
En aan het eind van een hadith die overgeleverd is door Imam At-Tirmidhi, zegt de Profeet in zijn advies aan Mu'aadh ibn Jabal :
"...Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?!" (Overgeleverd door Imam At-Tirmidhi en authentiek verklaard door Shaykh Al-Albaani in Sahih Sunan At-Tirmidhi. De volledige hadith luidt:
"Ik vergezelde de Profeet op een reis op een dag was ik vlakbij hem terwijl we aan het reizen waren en ik zei tegen hem: 'Vertel me iets wat ik kan doen waardoor ik het Paradijs zal binnengaan en wat me ver van het Hellevuur houdt.' Hij zei: 'Je hebt me over iets groots gevraagd. Maar het is gemakkelijk voor degene voor wie Allah het gemakkelijk maakt: aanbid Allah en vereenzelvig niets met Hem in aanbidding en onderhoud de (vijf dagelijkse verplichte) gebeden en betaal zakaat en vast de maand Ramadhan en verricht de bedevaart naar Mekka.' Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over de deuren naar goedheid? Vasten is een schild en uitgeven in liefdadigheid wist de zonden zoals water een vuur dooft, en ook het gebed van een persoon midden in de nacht.' Toen reciteerde hij: 'Hun zijden mijden de slaapplaatsen, zij roepen hun Heer aan, vrezend en hopend. En zij geven uit van dat waar Wij hun mee voorzagen. En geen ziel weet welke verkoeling van de ogen voor hen verborgen wordt gehouden, als beloning voor wat zij plachten te doen.' [Surah as-Sajda 32:16-17] Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over het hoofd van deze hele zaak en de zuil (waarop het rust) en zijn piek?' Ik zei: 'Ja, O Boodschapper van Allah!' Hij zei: 'Het hoofd van deze zaak is Islam en de zuil (waarop het rust) is het gebed en zijn piek is jihad.' Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over de essentiële hoofdvereiste van dat alles (m.a.w. datgene wat voorkomt dat de beloning voor dat alles weggenomen wordt)?' Ik zei: 'Ja, O Boodschapper van Allah!' Hij pakte zijn tong beet en zei: 'Bedwing dit.' Ik zei: 'O Boodschapper van Allah, worden we verantwoordelijk gehouden voor wat we ermee zeggen?' Hij zei: 'Moge jouw moeder van jou beroofd worden (een uitdrukking van afkeur). O Mu'aadh! Worden mensen op hun gezichten of op hun neuzen het Hellevuur ingeworpen om iets anders dan wat hun tongen geoogst hebben?'")
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Muslim op gezag van Abu Hurairah (radiAllahu 'anhu) dat de Boodschapper van Allah zei:
"Weten jullie wie degene is die failliet is?" De Metgezellen zeiden: "Degene die failliet is, is degene die geen geld of voorzieningen heeft." De Boodschapper van Allah antwoordde: "Degene die failliet is van mijn Ummah, is degene die op de Dag des Oordeels komt terwijl hij het gebed verricht heeft, gevast heeft en zakaat gegeven heeft. Maar naast dit alles heeft hij deze persoon mishandeld en die persoon belasterd en de rijkdom van die persoon verorberd, onwettig het bloed van die persoon vergoten en die persoon geslagen. Deze mensen zullen van zijn goede daden nemen. Als zijn goede daden echter uitgeput zijn, dan zullen hun zonden op hem geplaatst worden en dan zal hij in het Vuur gegooid worden."
En in een andere hadith is overgeleverd door Imam Al-Bukhaari en Imam Muslim dat Ibn 'Abbaas zei:
"De Boodschapper van Allah sprak de mensen toe op de Dag van Nahr (de 10de dag van Dhul Hijjah) en zei: 'O mensen! Wat voor dag is het vandaag?' Zij zeiden: 'Het is een heilige dag.' Toen vroeg hij: 'Wat voor stad is dit?' Zij zeiden: 'Het is een heilige stad.' Toen vroeg hij: 'Wat voor maand is dit?' Zij zeiden: 'Het is een heilige maand.' Toen zei hij: 'Jullie bloed en jullie eigendommen en jullie eer zijn zonder twijfel heilig voor elkaar zoals de heiligheid van deze dag van ons, in deze stad van ons, in deze maand van ons.' En de Boodschapper van Allah herhaalde dit keer op keer. Daarna hief hij zijn hoofd en zei: 'O Allah! Heb ik (Uw Boodschap aan hen) overgedragen? O Allah! Heb ik (Uw Boodschap aan hen) overgedragen?'" Ibn Abbaas voegde er aan toe: "Bij Hem in Wiens Hand mijn ziel rust, dit was de wasiyyah (wilsbeschikking) van de Profeet die hij voor zijn natie achterliet - Het is verplicht voor de aanwezigen om deze informatie over te dragen aan degenen die afwezig zijn. Keer na mij niet terug tot ongeloof, elkaar naar de nekken vliegend." (Sahih Al-Bukhaari en Sahih Muslim)