Umar ibn al-Khattaab eindigde zijn brief naar de qaadi Shurayh met de woorden "wassalaam aleik"
[Sunan al-Nisaa?i, 5304]
en Umar ibn Abd al-Azeez eindigde zijn brief naar een van zijn werkers in dezelfde manier [Muwatta Malik, Kitaab al-jihaad]
en in al-Bidaayah wal-Nihaayah van ibn kathier, op gezag van Ibn Asaakir dat Ziyaad ibn Abi Sufyaan naar Saeed ibn al-Aas cadeautjes en geld stuurden en een brief om zijn dochter te mogen huwen. toen de cadeautjes en het geld en de brief arriveerden, las (Sa'eed) de brief, verdeelde de cadeautjes onder de mensen die bij hem zaten, en schreef een beleefd een aardige brief terug waarin hij zei:
bismillahi ir Rahmaan irRahiem. Allah zegt: "Voorwaar, de mens wordt opstandig, Omdat hij zich onafhankelijk denkt" [al-?Alaq 96:6-7 ? interpretatie van de vers]. Wassalaam.