قال ابن مسعود رضي الله عنه " من أراد أن ينظر إلي وصية محمد صلى الله عليه وسلم التي عليها خاتمه فليقرأ قوله تعالى (قُلْ تَعَالَوْا أَتْلُ مَا حَرَّمَ رَبُّكُمْ عَلَيْكُمْ أَلَّا تُشْرِكُوا بِهِ شَيْئاً)(الأنعام: من الآية151) إلي قوله (وَأَنَّ هَذَا صِرَاطِي مُسْتَقِيماً )(الأنعام: من الآية153) الآية .
وعن معاذ بن جبل رضي الله عنه قال " كنت رديف النبي صلى الله عليه وسلم على حمار فقال لي " يا معاذ أتدري ما حق الله على العباد وما حق العباد على الله قلت الله ورسوله أعلم قال " حق الله على العباد أن يعبدوه ولا يشركوا به شيئاً وحق العباد على الله أن لا يعذب من لا يشرك به شيئاً " قلت يا رسول الله أفلا أبشر الناس قال " لا تبشرهم فيتكلوا " أخرجاه في الصحيحين
Kitaab Tawheed:
En Allah Ta'alaa heeft gezegd: (interpretatie v/d vertaling)
{ En ik heb de Dji'ns en de mens slechts geschapen om mij te aanbidden } ( Ad-Dharieyaat 56)
En Zijn uitspraak: (interpratatie v/d vertaling)
{ En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een Boodschapper gezonden (die zei: ) Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thagout. } ( An-Na7l 36)
En Zijn uitspraak: (interpratatie v/d vertaling)
{ En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten tegenover de ouders.....} (Al-Israa 23)
En Zijn uitspraak: (interpratatie v/d vertaling):
{ En aanbidt Allah en kent Hem in niets een deelgenoot toe } (An-Nisaa 36)
En Zijn uitspraak: (interpratatie v/d vertaling):
{ Zeg: Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen...... } ( Al-An'aam 151 )
Ibn Mas'oed Radia Allahoe 'Anhoe heeft gezegd:
(( Degene die wenst naar het advies van Mohammed Salla Allahoe 'Aleehie wassalam te kijken waar zijn stempel van zijn ring op staat, die moet de woorden van Allah de Verhevene lezen:
{ Zeg: Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen } (Al-An'aam 151) tot en met Zijn uitspraak: { En dat dit Mijn pad is, een recht pad } (Al-An'aam 153)
En van Moe'aadh Ibn Jabal Radia Allahoe 'Anhoe die heeft gezegd: Ik zat achter de Profeet Salla Allahoe 'Aleehie wassalaam (op een rijdier) toen hij tegen mij zei:
(O Moe'aadh, Weet je wat het recht van Allah op Zijn dienaar is, en wat het recht van de dienaar op Allah is )
Ik zei: Allah en Zijn Boodschappers weet het beste.
Hij (De Profeet) zei: (Het recht van Allah op Zijn dienaar is dat hij Hem aanbidt en geen deelgenoot aan Hem toekent, en het recht van de dienaar op Allah is dat hij hem niet straft als hij geen deelgenoot aan hem toe kent)
O Boodschapper van Allah zal ik de mensen hiervan niet op de hoogte brengen.
Hij zei: (Breng ze niet op de hoogte anders zullen ze laks (lui) worden)
(Overgeleverd door Boecharie & Moesliem)
Bron: Het eerste Hoofdstuk van Kitaab Tawheed van Imaam Mohammed Ibn Abdoel Wahhaab