Men vroeg aan de Edele Sheikh Mohammad Saalih al-'Oethaimeen (hafidhahoe Allah) het volgende;
Is het toegestaan voor een vrouw make-up te gebruiken voor haar man, en is het toegestaan deze te tonen aan haar gezinsleden, en tegenover andere moslima's ?
Waarop hij antwoordde:
Dat de vrouw zich opmaakt voor haar man binnen de grenzen van de sharie'ah, behoort tot de zaken die aanbevelingswaardig zijn.
Want voor elke keer dat een vrouw zich opmaakt voor haar man, dit zorgt voor dat zijn liefde voor haar stijgt, en zo blijft er harmonie tussen beide, en dit is ook het doel van de sharie'ah.
Wanneer make-up haar mooi maakt en niet deert, dan is er niets mee het te gebruiken.
Maar het is wel zo, dat ik hem gehoord dat make-up de huid/vel van het gezicht aantast, en dat na een tijdje de huid verandert, en lelijk wordt naar de ouderdom toe.
En ik verlang ernaar dat de vrouwen naar een arts gaan en hierover vragen, en wanneer dit bevestigd wordt, is het gebruiken van make-up oftewel verboden of afgeraden op zijn minst.
Omdat alles dat leidt naar het misvormen en schandelijk maken van de mensen ofte wel verboden is, ofte wel afgeraden.
En met deze gelegenheid: zou ik graag willen melden dat "manicure" iets is dat op de nagels wordt gekleefd/gelegd en die gebruikt wordt door de vrouw, en deze een schil/korst heeft.
En deze is niet toegestaan voor een vrouw wanneer zij bidt, omdat deze (korst/schil) het water tegenhoudt bij de reiniging, en alle zaken die het water tegenhouden, zijn niet toegestaan voor degene die kleine- of grotewassing wil verrichten, omdat Allah zegt;
"Wast uw gezicht en uw handen ?"
(Al-Maa idah : 6)
En wanneer deze vrouw op haar nagels "manicure" heeft, het water niet zal doorlaten, en het is dan ook niet zo dat ze haar handen heeft gewassen. Zo heeft ze een fard van de faraa id van de kleine of grote wassing gelaten.
Maar voor degene die niet bidt, dan is het geen probleem deze te dragen, tenzij dat het een gewoonte is van de niet-moslims, dan is het niet toegestaan omdat het behoort tot de imitatie van hun.
Majmoe'atoel fataawa Mohammad Saalih ibn 'Oethaimeen (2/773)