Adi ibn Hatim overleverde:
“Toen de volgende verzen werden geopenbaard: «.. En eet en drinkt tot de witte draad van de zwarte draad voor jullie te onderscheiden is …» (2:187) nam ik twee draden, een zwarte en een witte, en bewaarde ze onder mijn kussen.´s Nachts bekeek ik ze steeds weer, maar ik kon er niets uit opmaken. Daarom ging ik de volgende ochtend naar de Profeet en vertelde hem alles. Hij legde me uit: “Dat vers slaat op het donker van de nacht en het licht van de zonsopgang.”
(Boechari)