De grijsheid van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem)

De grijsheid van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem)



Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:



'De Profeet (vrede zij met hem) stierf, terwijl hij nog geen twintig grijze haartjes in zijn haar en baard had.'

(Sahieh al-Boekhaarie: 3547 en Sahieh Moeslim: 2347)



Rabie'ah ibn Abie 'Abdir-Rahmaan (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Ik zag enkele haren van de Profeet (vrede zij met hem) en ik zag dat deze rood waren. Dus vroeg ik hiernaar, waarop er tegen mij gezegd werd: 'Zij zijn rood geworden door het parfum.'

(Sahieh al-Boekhaarie: 3547)



Mohammed ibn Sierien (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Ik vroeg Anas ibn Maalik: 'Kleurde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zijn haar?' Hij antwoordde: 'Hij had maar weinig grijze haren.'

(Sahieh al-Boekhaarie: 5894 en Sahieh Moeslim: 2341)



Thaabit (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Anas ibn Maalik werd gevraagd of de Profeet (vrede zij met hem) zijn haar kleurde, waarop hij antwoordde: 'Als ik de beginnende grijze haartjes op zijn hoofd zou willen tellen, had ik dit makkelijk gedaan.' Verder zei hij: 'Hij kleurde zijn haren niet. Maar Aboe Bakr kleurde zijn haar met henna en katm (een plant die gebruikt wordt om grijze haren mee te verven) en 'Oemar kleurde zijn haar met zuivere henna.'

(Sahieh Moeslim: 2341)



Qataadah (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Ik vroeg Anas: 'Kleurde de Profeet (vrede zij met hem) zijn haar?' Hij antwoordde: 'Nee, hij had enkel wat grijze haartjes op zijn slapen.' [/color][/b]

(Sahieh al-Boekhaarie: 3550)



Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:



'De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) kleurde zijn haar niet. Hij had slechts enkele grijze haartjes onder zijn onderlip, op zijn slapen en op zijn hoofd.'

(Sahieh Moeslim: 2341)



Djaabir ibn Samoerah (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:



'De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) had beginnende grijze haartjes op de voorkant van zijn hoofd en in zijn baard. Wanneer hij zijn haar insmeerde met olie en dit kamde, kon men dit niet zien. Maar wanneer zijn haren droog waren, dan kon men dit zien.'

(Moesnad Ahmed (20896). Shoe'ayb al-Arna-oet zei: 'Authentiek vanwege andere overleveringen die hem ondersteunen en dit is een goede overleveringsketen.')



Aboe Ramthah (moge Allah tevreden met hem zijn) zei:



'Ik ging met mijn vader naar de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en toen ik hem zag, zei mijn vader tegen mij: 'Weet jij wie dit is?' Ik antwoordde: 'Nee.' Hij zei: 'Dit is de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem).' Toen hij dat zei, kreeg ik kippenvel. Ik dacht dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) iets was wat niet op een mens leek! Maar ik zag een man met haar tot aan zijn oorlellen met sporen van henna erop en hij droeg twee groene kleden...'

(Moesnad Ahmed (7109). Shoe'ayb al-Arna-oet zei: 'Zijn keten is authentiek volgens de voorwaarde van Moeslim.' Ahmed Shaakir zei: 'Zijn keten is authentiek.')



'Abdoellah ibn 'Oemar (moge Allah tevreden zijn met hem en zijn vader) zei dat de Profeet (vrede zij met hem) koeienleren sandalen droeg en zijn baard kleurde met wars (gele plant uit Jemen die gebruikt wordt om de haren mee te verven) en saffraan. Ibn 'Oemar was gewoon om dit ook te doen (uit opvolging van de Profeet). (Sahieh Soenan Abie Daawoed (4210) van al-Albaanie)



Mohammed ibn 'Aqiel (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Anas ibn Maalik kwam naar Medina toen 'Oemar ibn 'Abdil-'Aziez de bestuurder ervan was. 'Oemar stuurde een afgezant naar hem en zei tegen de afgezant: 'Vraag hem of de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zijn haar kleurde, want ik heb enkele van zijn haren gezien die gekleurd waren.' Anas antwoordde: 'Voorwaar, de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) had zwart haar. Als ik de grijze haren zou tellen die op zijn hoofd en in zijn baard te zien waren, dan zou ik niet meer dan elf haartjes kunnen tellen. Maar deze gekleurde haren waren vanwege het parfum dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) in zijn haar smeerde.'

(Moestadrak al-Haakim (4260). Al-Haakim zei: 'Deze overlevering heeft een authentieke keten, maar werd niet overgeleverd door al-Boekhaarie en Moeslim', en adh-Dhahabie was het ermee eens. Moeqbil zei: 'Al-Boekhaarie en Moeslim hebben hem overgeleverd met een beknoptere bewoording.')



Ibn Kathier (moge Allah hem genadig zijn) zei:



'Het feit dat Anas ontkende dat de Profeet (vrede zij met hem) zijn haar kleurde, is in strijd met de bevestiging hiervan door anderen. De bekende stelregel zegt dat de bevestiging voorrang heeft op de ontkenning, want de bevestiger bezit extra kennis die de ontkenner niet bezit.'

(Ash-Shamaa-il (blz. 42) van Ibn Kathier)



-------------------------------------



Vertaald vanuit het Arabisch

Bronnen: Sahieh al-Boekhaarie

Sahieh Moeslim

Sahieh Soenan Abie Daawoed van al-Albaanie

Moesnad Ahmed

Moestadrak al-Haakim

Mawsoe'at Nadrat an-Na'iem fie Makaarim Akhlaaq ar-Rasoel al-Kariem van Saalih ibn Hoemayd